Post by StoneshopPost by DirkJanPost by KlaartjePost by DirkJanPost by Flibsy"Onderhandelaars van VVD, CDA en PVV /stootten/ geregeld op grenzen van
rechtsstaat en verdragen"
In het artikel zelf is het beter gedaan: "De onderhandelaars van VVD,
CDA en PVV stuitten deze zomer [..] regelmatig op de grenzen van de
rechtsstaat."
Ik stootte mijn voet. Ik zie het probleem niet.
Het is het verkeerde werkwoord. Stuiten is hier correct, stoten niet.
Eindelijk stootten zij na een lange wandeling op de kust.
De onderhandelaars stootten op de grens.
Ik vind het niet mooi, maar volgens mij niet fout.
Post by KlaartjePost by DirkJanStuiten heeft niets met stoten te maken, behalve wat overeenkomsten in letters.
Kijk, dat bedoel ik. Ander werkwoord.
Kennelijk zijn ze toch verwant.
Verwant wil nog niet zeggen dat ze uitwisselbaar zijn.
Stoten slaat op een fysiek gebeuren: jij stoot je teen.
Maar je kan het ook overdrachtelijk gebruiken, zij stootten
op de grens. Niet mooi, maar ik vind het niet fout.
Post by StoneshopStuiten wordt meer in overdrachtelijke zin gebruikt: het stuitte hem tegen
de borst, zij stuitten op een open plek in het oerwoud.
In het tweede voorbeeld zou je ook stootten kunnen schrijven.
Of: zij stootten op de geheime doorgang.
En stuiteren is weer een soort van terugdeinzen. Je stuit, stoot
of stiet op een fysieke (of overdrachtelijke) hindernis en dan
stuitert het balletje weer terug ...
[ En je stoot een biljartbal, met een kopstootje naast de tafel.
Een lekkere stoot. Allemaal verwante betekenissen. ]
DJ
Over het beletselteken en stuiteren gesproken. Ik heb navraag
gedaan bij de taaladviesdienst waarom het een beletselteken heet:
"ANTWOORD
Het beletselteken heet zo omdat er een 'beletsel', een soort oponthoud of
hindernis mee in de zin wordt geplaatst. Je kunt even niet normaal doorlezen:
er wordt een pauze ingelast of er ontbreekt iets.
Met vriendelijke groet,
Namens het Taalunieversum,"